Hans Lodeizen

Hans Lodeizen

Biografie

Johannes August Frederik (Hans) Lodeizen (Naarden, 20 juli 1924 - Lausanne, 26 juli 1950) was een Nederlandse dichter, die al op 26-jarige leeftijd stierf. Niettemin verwierf hij zich een heel eigen plaats en had hij een vernieuwende invloed op de poëzie in het Nederlands taalgebied. Hij was de auteur van één bundel gedichten en een hoeveelheid nagelaten werk. Hij geldt min of meer als voorloper van de generatie van vijftig, een groep 'experimentele' dichters onder wie Lucebert, Hugo Claus en Gerrit Kouwenaar. Weliswaar vertoont Lodeizen een zekere verwantschap met deze naoorlogse dichters, maar bij lezing van zijn werk valt het eigen, persoonlijke karakter op. 'De gedichten van Hans Lodeizen, met hun sfeer van jong-zijn en kleurige feestelijkheden, lijken in hun luchtige elegantie een beetje boven de wereld te zweven. Ze zijn licht en onaards, maar toch zeer autobiografisch,' zo karakteriseert Peter Berger deze poëzie. Zijn werk overleefde verschillende latere stromingen en bleef lang na de jaren vijftig bijzonder geliefd bij generaties jonge lezers, voor wie hij vaak de eerste dichter was met wie ze kennismaakten en in wie ze zich konden herkennen. Lodeizens enige bij zijn leven gepubliceerde bundel Het innerlijk behang werd tot aan 1990 vijftien keer herdrukt, wat op zichzelf al zijn immense populariteit weerspiegelt. In 1962 verschenen Lodeizens Gedichten als een meer uitgebreide verzameluitgave. Daar kwam later nog zijn Nagelaten werk bij, dat vijf keer werd herdrukt, alvorens in 1996 een definitieve, wetenschappelijke editie Verzamelde gedichten verscheen. Johannes August Frederik Lodeizen was de oudste zoon van de vermogende mr. August Frederik (Guus) Lodeizen (’s-Hertogenbosch 1888 – Wassenaar 13 mei 1980) en Margaretha (Greta) Gijswijt (8 juli 1895 – Wassenaar 30 augustus 1991). Vader Lodeizen was tot 1933 werkzaam bij de Algemene Kunstzijde Unie (AKU) te Arnhem, maar stapte in 1933 over naar de bekende multinational, de handels- en scheepvaartmaatschappij Müller & Co, waar hij eerst procuratiehouder was en van 1939 tot 1958 president-directeur. Hans bezocht in Arnhem van 1931 tot 1933 een openbare lagere school. Vanaf juli 1933 woonde hij in Wassenaar (aan de Wilhelminalaan), waar hij, vanaf de derde klas, van 1933 tot 1936 de Kievietschool bezocht. In 1936 verhuisde het gezin naar het huis ‘’Schouwenhoek’’, Schouwweg 102, een villa in Engelse landhuisstijl. Omdat hij niet slaagde voor het toelatingsexamen voor het Rijnlands Lyceum (te Wassenaar), ging hij naar Het Haagsche Lyceum. Toen bleek dat hij de vijfde klas moest doubleren, liep hij van huis weg. Na twee dagen in Amsterdam en Ede te hebben doorgebracht, in welke laatste plaats hij sonnetten schreef, kwam hij weer thuis. Hij slaagde voor zijn eindexamen in 1943, dook vervolgens onder om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen en ging na de bevrijding in Leiden rechten studeren. In 1946 stapte hij over op biologie en liep college te Amherst, Massachusetts in de VS. Daar trof hij de dichter James Merrill (1926-1995) en andere jonge talenten. Aan het einde van zijn tweede studiejaar brak hij ook deze studie af en keerde in 1948 zonder graad naar Nederland terug. Nadat bij Lodeizen begin 1950 leukemie was geconstateerd, verbleef hij de laatste twee maanden van zijn leven in een sanatorium in Lausanne. Lodeizen overleed op 26 juli 1950 op zesentwintigjarige leeftijd in de Clinique Cécil in Lausanne aan de ziekte. In de laatste ruim twee jaar van zijn leven schreef Lodeizen zo'n 500 gedichten. Bij zijn leven verscheen er van hem slechts één bundel, Het innerlijk behang, in mei 1950 uitgegeven (met het jaartal 1949) door uitgeverij Van Oorschot als voorlaatste cahier van de poëziereeks De Vrije Bladen. Dit kon slechts gebeuren na bemiddeling door achtereenvolgens L.A. Ries en Adriaan van der Veen bij de redacteur van die reeks, Adriaan Morriën. Eerder, in april 1948, had de redactie van het literaire tijdschrift Het woord bij monde van Koos Schuur negen gedichten van Lodeizen geweigerd.Na het overlijden van de dichter vond zijn werk echter snel ingang en erkenning, mede doordat de generatie van '50 in hem een geestverwant en voorloper zag. Postuum werd aan Lodeizen in 1951 de Jan Campertprijs toegekend; de jury bestond uit F. Bordewijk, Martinus Nijhoff en dr. J. Hulsker. [Wikipedia]

Boeken geschreven door Hans Lodeizen