Jazzvogels. De sterkste story's uit de swingpolder

In 'Jazzvogels' neemt jazzkenner Rudie Kagie de lezer mee op een hilarische verkenningstocht langs de rafelranden van de Nederjazz. Beschreven aan de hand van tientallen interviews met tijdgenoten en niet eerder gepubliceerd bronnenmateriaal.0Het boek bevat de reconstructie van dertien heldenlevens die een zwaar stempel op de 'swingpolder' drukten - variërend van Amerikaanse kopstukken als Nina Simone en Chet Baker, die zich in Nederland vestigden, tot trompettist en componist Theo Deken die zich bekeerde tot bedelmonnik en in de goot eindigde.0Meer dan bij andere genres klinkt in jazz en geïmproviseerde muziek de echo van eigenzinnige persoonlijkheden door. Leo de Ruiter, bijgenaamd 'de drummer van het zwarte gat', droeg een pistool op zak - en deinsde er niet voor terug zijn vuurwapen tegen collega's en publiek te gebruiken.0Kid Dynamite, "de eerste zwarte jazzmusicus met een Nederlands paspoort", stikte in het mondstuk van zijn tenorsax. Drummer Cees See verbaasde leden van zijn combo door op de twaalfde verdieping aan de buitenkant van het hotelraam te tikken: waarom zou hij de trap nemen als hij langs de pui omhoog kon? Dadaïst Misha Mengelberg grossierde aan het einde van zijn leven in verwarring: maakte hij een absurdistische grap of was dit Alzheimer? 0.